Auteur:
Franck van Dooren
jaar: jaren 80 |
Cheques
|
 |
Het café
op de hoek van de Beursstraat met de Oude Brugsteeg was een gewild etablissement
bij diverse dienstgroepen en de recherche afdeling om na een enerverende
dienst een afzakkertje te nemen en de afgelopen dag te bespreken.
Dit gebeuren werd voor dienstgroep 5 een wekelijks ritueel, waarbij aan
het eind van de werkweek na de ochtenddienst de hele groep in zijn geheel
de kroeg indook en na het nuttigen van enige consumpties, 1 voor 1 de
collegaes het pand verlieten om zijn/haar heil huiswaarts te zoeken.
Op een zomerse dag ergens in de late 80'er jaren was een dezer sessies
bijna ten einde, toen om een uur of 8 of 9 's avonds ondergetekende met
collega Rene als laatsten nog ter plaatse waren en besloten nog een aller-aller-allerlaatste
afzakkertje te nemen alvorens huiswaarts te keren.
Wij zaten aan een tafeltje bij het raam en zagen een keurig geklede man
het café betreden. Deze man sprak de barjuffrouw aan en toonde
haar een manillakleurige enveloppe. Wij zagen dat de barjuffrouw haar
hoofd schudde, waarop de man het pand verliet.
Uiteraard wist de barjuffrouw wie en wat wij waren en wenkte mij richting
bar. Ik ging naar haar toe waarop zij mij vertelde dat de man haar postcheques
te koop had aangeboden.
Ik zag dat deze man in de richting van het Damrak liep.
Ik zei Rene mee te komen en samen liepen wij achter de man aan. Tijdens
het lopen deelde ik Rene mee wat er gaande was en op het moment dat de
man linksaf het Damrak opliep zetten wij een sprint in teneinde onze achterstand
te verkleinen, voordat de man in de drukte van het Damrak verdween.
Gekomen op de hoek, zagen wij de man nog steeds op het trottoir aan de
Beurskant lopen, een 15-tal meter voor ons. Hierop riepen wij deze man
toe dat wij politieagenten waren en sommerden hem te stoppen. Vervolgens
keerde de man zich om, gooide een enveloppe onder een geparkeerd staande
auto en probeerde de benen te nemen. Helaas voor hem was dit een goed
aantal jaren geleden en was mijn en Rene's loopsnelheid nog van dien aard
dat hij geen enkele kans had weg te komen. De enveloppe werd vanonder
de auto gehaald en bekeken. Het bleek een volledig set ongebruikte post-cheques
te bevatten op de naam van een vrouw. De man werd vervolgens aangehouden
terzake diefstal cq heling en overgebracht naar het bureau.
In die tijd werden processen-verbaal nog getypt op de aloude Olympia en
ik kan je zeggen, dat na een 5 tot 6 urig verblijf in de kroeg op de hoek
de snelheid en accuratie op het toetsenbord ver te zoeken was en ik moest
ik mijn wijsvingers een aantal malen van tussen de toetsen uithalen.
Een goed jaar later liep ik in uniform te surveilleren met een collega,
toen ik werd aangesproken door een man ergens op de wallen. Hij vroeg
mij of ik hem herkende, waarop ik eerlijk moest antwoordde, dat hoewel
hij mij bekend voorkwam, ik geen idée had wie hij was.
Hij vertelde mij vervolgens dat hij de man was die ik had aangehouden
terzake diefstal van cheques, waarop het hele gebeuren mij weer te binnen
schoot. Tevens vertelde hij mij dat hij toen werkzaam was in de sorteerafdeling
van de PTT en verslaafd was geraakt aan de eenarmige bandiet. Teneinde
zijn schulden en uiterst kostbare levensstijl te handhaven werd hij een
gelegenheidsdief. Hoewel onze aktie hem een gevangenisstraf had opgeleverd
en hij zijn baan was kwijtgeraakt, bedankte hij mij voor zijn aanhouding.
Hij was tijdens zijn detentie van zijn gokverslaving afgeholpen en hoewel
het moeilijk was had hij zijn leven weer op de rails gezet en verbleef
hij nu weer aan de goede zijde van de wetgeving.
|